
‘Toen ik hier kwam werken wist ik zo goed als niets van de bouw. Wel van werken in een mannenwereld’, lacht Hilde. ‘Ik begon als werkorganisator en dat is een positie waarin je met iedereen in het bedrijf te maken hebt, zowel binnen als buiten. Zo kwam ik in korte tijd veel te weten over de bouw en leerde ik het bedrijf snel kennen. En daardoor wist ik ook al vrij snel dat mijn nieuwe baan voldeed aan mijn drie voorwaarden.’
Drie voorwaarden? Leg eens uit.
‘Ik heb drie voorwaarden waaraan een baan moet voldoen om plezier in mijn werk te hebben:
En natuurlijk moet het werk inhoudelijk ook interessant en uitdagend zijn. In het begin is dat niet zo moeilijk. Als je net als ik naar een compleet andere branche overstapt, dan is zeker in de beginperiode alles nieuw en leer je ontzettend veel. Zoals ik al vertelde ben ik hier begonnen als werkorganisator. Dat houdt in dat ik onze montageploegen ondersteun vanaf kantoor en de bouwplaatsinrichtingen verzorg. En, niet onbelangrijk, vooraf maak ik de montageplanning. Dat gebeurt in de vorm van een productievideo waarin de productie en transport van prefab beton volledig afgestemd wordt op de montagevolgorde en capaciteit per dag. Dit zorgt voor overzicht en een goede bereikbaarheid van de bouwplaats.
Ik vind het de kunst om ook op langere termijn uitdaging in je werk te blijven vinden. Gelukkig krijg ik hier de kans om mezelf te blijven ontwikkelen. Wel grappig dat mijn ICT-achtergrond daarbij weer om de hoek komt kijken. Als collega’s weten dat je die hebt, word je gemakkelijk een soort onofficiële helpdesk. Inmiddels is die niet meer onofficieel en ben ik nauw betrokken bij de implementatie van nieuwe systemen. Eigenlijk is de rode draad in mijn werk altijd organiseren en ondersteunen.’
Zien we die organiseer-skills nog ergens anders terug?
‘Jazeker, ik zat al vrij snel in het bestuur van de personeelsvereniging. Samen proberen we regelmatig originele uitjes te bedenken. En we organiseren ze natuurlijk zo dat we er zelf ook plezier aan beleven en niet de hele dag bezig zijn met regelen. Dat gaat ons goed af al zeg ik het zelf!’
En hoe bevalt het nou in die ‘mannenwereld’?
‘Heel goed. Ik vraag me weleens af hoe ik het zou vinden om bijvoorbeeld in de zorg te werken waar vrouwen vaak de overhand hebben. Dan denk ik dat ik hier toch beter aard!’