
In januari was onze Uitvoerder Montage Cor Blom vijfentwintig jaar in dienst. Het kostte hem ogenschijnlijk weinig moeite, maar toch is het tegenwoordig niet meer zo vanzelfsprekend. We vroegen hem wat maakt dat hij nog steeds met plezier naar zijn werk gaat.
“Het is heel makkelijk, ik vind mijn werk leuk en dan ga je met plezier. Destijds ben ik hier begonnen als montagemedewerker. Na zo’n tweeëneenhalf jaar heb ik mijn hijsbewijs gehaald en kreeg ik mijn eigen kraan en montageploeg. Sindsdien ben ik Uitvoerder Montage / Kraanmachinist en stuur ik één van de montageploegen aan. Genoeg verschillende werkzaamheden dus. Daarnaast zorg ik voor de planning en afroep van de prefab beton elementen. Al is dat inmiddels niet meer alleen beton. De laatste jaren combineren we steeds vaker beton- met houtelementen. Dat is niet alleen mooi om te zien, maar ik vind het ook fijn om mee te werken.
Sowieso bouwen we nu andere panden dan in mijn begintijd. Toen was het vooral standaard werk. Tegenwoordig maken we veel gecompliceerdere gebouwen. Ik hou daar wel van, het mag best een beetje puzzelen zijn. De nieuwbouw van Cube vond ik bijvoorbeeld erg mooi om te doen. Dat was een combinatie van beton, hout én staal. En Flower Tower in Aalsmeer was ook een uitdagende klus met veel details. Dat heeft wat zweet gekost, maar het was het waard.”
“We zijn echt veel veiliger gaan werken. Daar was 25 jaar terug nog weinig aandacht voor. Dat was niet alleen hier hoor, in heel de bouw speelde dat niet echt. Een veiligheidshelm was nog niet gebruikelijk en we deden alles met de ladder. Dan liep je daar ongezekerd over de spanten heen. Dat is nu niet meer voor te stellen, maar was toen heel normaal.
Ook is het bedrijf groter geworden. Ik kwam als personeelsnummer 27 binnen weet ik nog. En elke vrijdag werd ik gebeld “Wat wil je bij je friet?”. Dan was het naar kantoor en met z’n allen friet en een biertje doen. Dat gebeurt nu niet meer op die manier, maar we zijn nog steeds geen nummertje. De sfeer is goed gebleven en er wordt goed voor ons gezorgd.”
“Altijd. Sommige jongens ken ik al vanaf mijn begintijd. We hebben allemaal een ander karakter, maar we zijn eensgezind. Je moet wel allemaal dezelfde richting op willen. Mijn zoon Jari gaat ook al vanaf zijn 17e mee. In het begin was dat één dag in de week, maar inmiddels studeert hij in Delft en is het vooral een vakantiebaan. Het is een goede leerschool voor hem. Hij weet natuurlijk nog niet waar hij straks terechtkomt, maar het is goed om alle facetten van de bouw gezien te hebben. Op de bouw is hij voor mij trouwens gewoon één van de jongens. Ik maak geen onderscheid.
Hij heeft een paar jaar terug ook stage gelopen binnen JAJO. Bij onze collega’s op Sint Maarten en Sint Eustatius nog wel. Mijn vrouw en ik hebben hem daar ook opgezocht. Dat was echt een hoogtepunt. Mooi dat dat allemaal kan.”